Prinsjesdag, de beperkte ruimte voor hervormingen en de BOR-aanpassingen uitgelicht

 

Tijdens Prinsjesdag zijn niet heel veel nieuwe veranderingen in het belastingstelsel aangekondigd, behalve enkele grote aanpassingen die eerder al bekend waren. Dit komt vooral door de focus van de Belastingdienst, zoals vastgelegd in de fiscale strategische agenda voor 2024-2028. De Belastingdienst richt zich op modernisering en heeft beperkte capaciteit voor nieuwe wetgeving tot en met 2026. Daarom blijft de ruimte voor aanvullende nieuwe wetten en regels klein. Een onderdeel dat ik wel nader wil bespreken is de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR).

De BOR is ontworpen om familiebedrijven en mkb-bedrijven te ondersteunen bij bedrijfsopvolging. Zonder deze regeling zouden familiebedrijven bij overdracht binnen de familie onderworpen zijn aan hoge erf- en schenkbelasting, wat de continuïteit van het bedrijf zou bedreigen. De BOR zorgt ervoor dat belastingheffing over bedrijfsoverdrachten fiscaal gunstiger kan plaatsvinden, zodat familiebedrijven kunnen blijven voortbestaan en de situatie wordt voorkomen dat een bedrijf moet worden verkocht om de belastingen te voldoen.

De BOR is al lang een onderwerp van felle discussies en fiscalisten voorzien al tijden versoberingen in de regeling. De nu aangekondigde wijzigingen in de BOR zijn ook niet zonder controverse en zorgen voor bezorgdheid bij verschillende partijen, waaronder ook de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs. Hoewel de aangekondigde wijzigingen de bedoeling hebben om de regeling te moderniseren en misbruik tegen te gaan, bestaat er een risico dat ze de oorspronkelijke doelstellingen ondermijnen. Vooral familiebedrijven die de onderneming over meerdere generaties willen voortzetten, kunnen door de strengere eisen te maken krijgen met onverwachte fiscale lasten.

Zo stelt het wetsvoorstel scherpere eisen aan het aandelenbelang dat voor de BOR in aanmerking komt. Hierdoor kunnen bepaalde aandelen bij toekomstige schenking of vererving worden uitgesloten van de BOR, wat betekent dat er direct afrekening moet plaatsvinden van de aanmerkelijkbelang-claim (ab-claim) die vaak over meerdere jaren is opgebouwd. Het is de vraag of de gevolgen hiervan voldoende zijn onderkend, vooral voor familiebedrijven die al generaties lang bestaan.

Ook worden straks alleen aandelen die als ‘gewone aandelen’ worden beschouwd, in aanmerking genomen voor de BOR en de doorschuifregeling (DSR). Aandelen die niet aan dit criterium voldoen, zelfs als ze een aanzienlijk economisch belang in het bedrijf vertegenwoordigen, worden uitgesloten. Dit heeft mogelijk verstrekkende gevolgen voor aandeelhouders die hun belangen in een andere vorm bezitten. De nieuwe definitie van preferente aandelen introduceert het risico op onwenselijke gevolgen waarbij deze aandelen niet langer in aanmerking komen voor de BOR.

Kom je mogelijk met de BOR in aanraking? Bekijk dan of het nodig en mogelijk is om het aandelenkapitaal anders in te richten of de tijdsplanning van de bedrijfsopvolging aan te passen.

 
Vorige
Vorige

“Soms moet je gewoon de ballen hebben om in kennis te investeren”

Volgende
Volgende

"Urk is een Gallisch dorpje – en Urkers gaan ook graag ‘Over Grenzen’”